Maarten van Boven – De bokaaldrinkers van Zegenwerp
Het patriottisme in ‘s-Hertogenbosch 1785-1787
Hendrik de Roo van Wulverhorst ontving vele gasten op zijn landgoed Zegenwerp bij Sint-Michielsgestel. Van medio maart 1779 tot half juli 1787 dronken nieuwe bezoekers wijn uit een gegraveerde bokaal waarna zij schreven in het bij dat glas behorende vriendenboek, soms alleen hun naam, soms een korte wens of een vers. Veel van de gasten waren patriot en aan de hand van dit album kan het netwerk van Bossche patriotten worden gereconstrueerd, evenals de context waarin zij opereerden. Dit boek geeft een gedetailleerd beeld van deze roerige periode in de geschiedenis van Den Bosch en bevat een geannoteerde transcriptie van het album van Zegenwerp.
Het boek is verkrijgbaar bij PicturesPublishers.
Noordbrabants Historisch Jaarboek 2022
Een middeleeuwse stad heeft op het eerste gezicht een duidelijk territorium: het is het gebied binnen de muren. Maar de stad oefent op allerlei manieren invloed uit op haar omgeving: juridisch, sociaaleconomisch, politiek. De grenzen van die invloed liggen niet allemaal vast. Hoe zou dat ook kunnen in een tijd waarin kaarten niet bestaan? Tegen het einde van de middeleeuwen krijgen stadsbesturen, maar ook vorsten de behoefte aan een overzicht van hun gebieden. De eerste moderne kaarten worden getekend. Maar tegelijkertijd bestaan er kaarten die niet de realiteit weergeven. Deze kaarten representeren niet de geografische werkelijkheid, maar een politiek of sociaal ideaal. De bijdragen in dit jaarboek beschrijven deze tussenfase waarin geografisch betrouwbare kaarten bestaan naast plattegronden die je eerder allegorisch zou kunnen noemen. Een proces dat nog weinig is onderzocht, maar dat veel zegt over allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Het vormde het thema van het Colloquium De Brabantse stad dat op 15 en 16 oktober 2021 plaatsvond in Brussel: ‘Stad en territorium. De perceptie en representatie van stad en vorstendom in Brabant’. Het jaarboek bevat de handelingen van dit colloquium.
Het jaarboek 2022 is open access online raadpleegbaar. Klik daarvoor hier.
Het jaarboek is ook in druk te bestellen via info@stichtingzhc.nl
Noordbrabants Historisch Jaarboek 39 (2022)
183 p.
ISBN 978-90-831218-2-6
€ 29,95 excl. verzendkosten.
Jacob Knegtel & Jos Cuijpers (red.) – Rampjaar of jubeljaar? Brabant in 1672-74
Een unieke samenwerking tussen heemkundigen en professionals, de lokale kennis en de wetenschap heeft geleid tot een nieuw perspectief op de geschiedenis van het Rampjaar. Het wordt duidelijk dat deze bijzondere periode nog meer nuances kent: Brabant droeg veel bij aan de verdediging van de protestantse Republiek, maar in katholieke vrijstaten werd de bezetting door de Fransen als een ware bevrijding gevierd. Het afschudden van het protestantse Hollandse juk was iets om over te jubelen. Het Rampjaar is daarmee een belangrijk fundament voor het Brabant van nu: de grens van boven en onder de rivieren, van harde en zachte G, van patat en friet, van protestanten en katholieken. De verhalen uit dit boek bieden nieuwe inzichten op een bekende geschiedenis en leren ons meer over het Brabant van vandaag.
Het boek is te verkrijgen bij Pictures Publishers.
Jos Wassink – Dagelijks leven in ‘ontugt’. Prostitutie in de vestingstad ‘s-Hertogenbosch, 1629-1795
Na de verovering van ’s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik in 1629 bleef in de stad een flink garnizoen van het Staatse leger achter. De inkwartiering van de duizenden militairen gedurende de hele Staatse periode, tot 1795, had een grote impact op de stad. Prostitutie tierde welig.
In Dagelijks leven in ‘ontugt’ komen talrijke aspecten van de prostitutie in ‘s-Hertogenbosch aan bod. Gedetailleerd wordt ingegaan op de organisatie van het prostitutiewezen. De maatschappelijke achtergrond van de vrouwen die erin werkzaam waren wordt belicht. Niet allen behoorden tot de groep van de allerarmsten. Veel aandacht gaat uit naar de exploitatie van de hoerenhuizen; van het werven van personeel en klanten tot de hoogte van het hoerenloon. De lezer krijgt een inkijkje in het dagelijks leven in de bordelen. De locaties van bordelen evenals die van de tippelgebieden komen aan bod. Een aantal vrouwen wordt op de voet gevolgd.
Duidelijk wordt dat voor een omvangrijk deel van de Bossche bevolking armoede en ellende waren verweven met criminaliteit en in het bijzonder met prostitutie. Voor veel arme vrouwen in de 17de en 18de eeuw was prostitutie een wezenlijk aspect van het dagelijkse leven, zeker in een garnizoensstad als ’s-Hertogenbosch. Het was voor hen een manier om het hoofd boven water te houden in een harde wereld van armoede, ellende, vernedering en vervolging. Toch weten we weinig van de vrouwen die zich prostitueerden. In dit boek haalt historicus en voormalig archivaris Jos Wassink hen uit de anonimiteit. Aan de hand van rechtbankverslagen beschrijft hij wie ze waren en hoe hun dagelijks leven eruitzag. Zo laat hij de lezer kennismaken met Maria Greffing, Lucia Hogendorp en Caatje.
Het boek is verkrijgbaar bij Pictures Publishers.
Alex van Dongen – De Tilburgse ‘Peaky Blinders’
Twee jaar lang sprak socioloog Alex van Dongen met Janus Verhagen, telg uit een beruchte Tilburgse familie. De gesprekken leidden tot een boek waarin Van Dongen het verhaal vertelt van drie generaties smokkelaars en van daaruit van de Tilburgse onderwereld in de twintigste eeuw.
Het boek is verschenen bij Pictures Publishers. Inmiddels is er ook een tweede, aangevulde herdruk.
Annemarie van Lith-Droogleever Fortuijn – De armenzorg in het Land van Ravenstein in de achttiende eeuw
Mensen die afhankelijk zijn van de voedselbank of hun energierekening niet kunnen betalen. Of opvang van daklozen. Het is vaak in het nieuws. Maar hoe ging de zorg voor armen vroeger? Van de liefdadigheid en de bedeling in de steden weten we al best veel. Dat geldt nog niet voor het platteland. Annemarie van Lith-Droogleever Fortuijn uit Berlicum deed onderzoek naar de armenzorg in het Land van Ravenstein in de achttiende eeuw en schreef er een boek over. Naast de stad Ravenstein komt een hele reeks dorpen aan bod: Deursen, Dennenburg, Demen, Langel, Huisseling, Herpen, Schaijk, Reek, Veld, Uden, Boekel en Zeeland.
Annemarie van Lith studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna werkte ze 25 jaar lang als docent geschiedenis in het volwassenenonderwijs en gaf ze cursussen geschiedenis aan de Volksuniversiteit in ’s-Hertogenbosch. In die tijd was ze op zoek naar een onderwerp voor nieuw onderzoek. De armenzorg in het Land van Ravenstein kwam op haar pad. Het is een bijzonder project, legt Van Lith uit. ‘Een amateur-historicus was met dit onderwerp bezig, maar overleed helaas. Zo leek van een veelbelovend onderzoek niets terecht te komen. De Stichting Zuidelijk Historisch Contact vroeg me met dit onderzoek verder te gaan. Dat deed ik graag.’ Inhoudelijk was het echt een ontdekkingstocht. ‘Armenzorg op het katholieke platteland in het verleden is nog weinig onderzocht. Dit onderzoek is uniek voor Nederland.’
Van Lith werkte zich door de boekhouding van de armenzorg van de dorpen en bekeek testamenten. ‘Ik heb veel interessante informatie gevonden over de verschillende dorpen en hun inwoners.’ Van Lith ontdekte dat er in het Land van Ravenstein gemiddeld per persoon veel minder geld beschikbaar was dan in de steden. Ze kwam er ook achter dat de pastoor in dit gebied een belangrijke rol speelde bij de armenzorg. Net als elders in de Republiek ging het bij de uitgaven meestal om geld, kleding of brandstof, zo stelt ze vast. ‘Er kwamen in het Land van Ravenstein wel typische dorpsbehoeften bij: een koe, een varken, het bewerken van land.’
Arnoud-Jan Bijsterveld, hoogleraar Cultuur in Brabant aan de universiteit in Tilburg, prijst het boek: ‘We leren veel over de interne organisatie van de dorpen in het Land van Ravenstein. Indrukwekkend is de inkijk in het leven van talrijke arme sloebers, door ziekte en ongeluk getroffen families, en ouden van dagen die het hoofd niet boven water konden houden.’ Hij voegt daaraan toe dat het boek een goudmijn is voor mensen die hun stamboom willen uitdiepen: ‘want we komen heel wat persoonlijke en gezinsgeschiedenissen tegen.’
Het boek is te bestellen bij Uitgeverij Pictures Publishers á € 24,95.
Olivier Rieter – Leven in herinnering. Katholieke herinneringscultuur in Noord-Brabant
Weemoed en ergernis: die tegenstrijdige gevoelens bepalen de herinneringen aan het Rijke Roomse Leven. Het is de periode waarin de samenleving in Noord-Brabant werd gekenmerkt door het katholieke geloof. Olivier Rieter ging na hoe deze periode wordt verguisd, maar tegelijkertijd ook nostalgie oproept. Dit boek is gebaseerd op zijn vernieuwende onderzoek naar nostalgie, waarin hij dit begrip vanuit verschillende disciplines bestudeerde. Het werpt een nieuw licht op het verleden en op de manier waarop wij naar het verleden kijken.
Peter Bak – Een oord van bang wachten. Kamp Haaren 1941-1944
Tijdens de Duitse bezetting werd het grootseminarie bij Haaren, tussen Tilburg en ’s-Hertogenbosch, als gijzelaarskamp en ‘Polizeigefängnis’ gebruikt. Er zaten onder anderen verzetsstrijders, agenten van het beruchte Englandspiel en joodse burgers.
Onder de gijzelaars waren de latere premier Jan de Quay en industrieel Frits Philips. De gijzelaars hingen represailles boven het hoofd, de gevangenen waren in bange afwachting van hun verhoor, proces, vonnis en wegvoering. Van verschillende gedetineerden zijn de verhalen bekend, maar het ‘grote verhaal’ wordt nu voor het eerst gepresenteerd. Haaren was een kamp van levensgrote tegenstellingen: terwijl gijzelaars in de zon zaten, stapten joodse gevangenen in vrachtwagens die naar Westerbork reden. Van de drieduizend gevangenen zijn meer dan zeshonderd in een concentratiekamp omgekomen. Dit boek laat zien dat het gebouw als ‘plaats van herinnering’ – het is grotendeels nog in oorspronkelijke staat – een duidelijke plaats verdient op de historische kaart van Nederland.
Frans Voermans – Kartelvorming in een verdwenen industrie. Collectieve belangenbehartiging in de Nederlandse strohulzenindustrie, 1905-1960
De strohulzenindustrie in Zuid-Nederland was in de eerste helft van de twintigste eeuw een kleinschalige bedrijfstak die moeite had zich staande te houden tegenover de internationale concurrentie. De ondernemers in deze bedrijfstak trachtten zich staande te houden door samenwerking. Strohulzen waren in die tijd het belangrijkste verpakkingsmateriaal voor onder meer wijnflessen.
Frans Voermans onderzocht in hoeverre deze samenwerking en de kartelvorming die hiervan het gevolg was, succes had. Verder toetste hij dit kartel aan de theorievorming over kartelvorming en schetste hij een overzicht van de strohulzenindustrie.
Luc Brants – Van Willem II naar Roze Maandag. De zichtbaarheid van homoseksualiteit, sekse- en genderdiversiteit in Tilburg
Tilburg heeft een rijke geschiedenis als het gaat om homoseksualiteit en gender- en seksediversiteit. Een geschiedenis die veel verder terugreikt in de tijd dan Roze Maandag op de kermis en feitelijk begint in 1831, toen de toenmalige kroonprins Willem zich in Tilburg vestigde. Hij is de eerste van wie we zeker weten dat hij homoseksueel gedrag vertoonde.
Dit boek gaat over de lange weg van het doodzwijgen van de homoseksuele kant van de Willem II tot de uitbundige viering van Roze Maandag. Een weg die lang meanderde rond misdaad, schaamte en onderdrukking, om vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw van richting te veranderen naar een langzaam groeiend zelfbewustzijn. Vanaf die tijd was homoseksualiteit in Tilburg zichtbaar in het publieke domein. LHBTI’ers wisten vanaf de late jaren zeventig erkenning af te dwingen. Homoseksueel, sekse- en genderdivers gedrag drong langzaam door tot het dagelijks Tilburgse leven en werd, door de viering van Roze Maandag, zelfs onderdeel van de Tilburgse identiteit.