Welke speelruimte hadden en hebben mensen met betrekking tot seksuele, sekse- en genderdiversiteit? Vandaag, de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie, presenteert Luc Brants zijn nieuwe boek over de geschiedenis van seksuele, sekse- en genderdiversiteit. Na eerdere boeken over Eindhoven en Tilburg, richt hij zich nu op Breda en West-Brabant.

Brants laat de lezer kennismaken met historische figuren zoals stadsschilder Charles de Lasco, Maria van Antwerpen en rechter Frans Hoppenbrouwers. Zij stonden als eenlingen tegenover een omgeving die van hun seksuele gedrag niets wilde weten en hen het liefste doodzweeg. In die eenzaamheid kwam pas vanaf de Eerste Wereldoorlog verandering. Mannen die zich seksueel tot mannen aangetrokken voelden, gingen elkaar opzoeken en zich nadrukkelijk als ‘homoseksueel’ omschrijven. Lesbische vrouwen komen pas vanaf het midden van de jaren vijftig in die bronnen voor, ongeveer gelijktijdig met het ontstaan van de ‘homo-horeca’ in de stad. Vanaf het midden van de jaren zestig ontstonden de eerste emancipatie-activiteiten, toen het COC in de stad actief werd en vanaf de vroege jaren zeventig door de gemeente Breda gesubsidieerd werd.

 

De diversiteit van de queer gemeenschappen nam daarna toe; vanaf de jaren zeventig met transgenders, later met intersekse personen en non-binairen. Naast het COC kwam een organisatie als Bo-diversity, die met haar nadruk op gendervraagstukken de emancipatie breder trok. Aan het begin van het tweede kwart van de 21ste eeuw staan die gemeenschappen er, ondanks de tegendruk, sterker voor dan ooit in de geschiedenis.

 

ZHC maakte dit boek mogelijk in samenwerking met COC Tilburg-Breda e.o.

 

Het boek is verkrijgbaar bij PicturePublishers.