Na de oorlog gonsde het in Noord-Brabant van aantijgingen tegen ondernemers. Zij zouden hebben geprofiteerd van leveringen aan de bezetter. Ook zouden zij vriendschappelijk met nazi’s hebben verkeerd en hun werknemers te weinig beschermd hebben tegen de Arbeitseinsatz. De naoorlogse vervolging van ‘economische collaboratie’ verzandde al snel. Mede daarom is economische samenwerking met de bezettende macht in Noord-Brabant nog nauwelijks onderzocht.
In deze bundel wordt voor het eerst nagegaan voor welke dilemma’s Brabantse ondernemers in enkele industriële sectoren en specifieke bedrijven zich gesteld zagen. Kon een bedrijf wel blijven opereren zonder samen te werken? Waren ondernemers daardoor ook pro-Duits? Hoe gingen zij om met hun verantwoordelijkheid voor hun werknemers? Na de bevrijding was een oordeel gemakkelijk geveld, maar tijdens de oorlog lag het een stuk genuanceerder. De snel veranderende oorlogsomstandigheden maakten nogal uit of economische samenwerking verwijtbaar was of niet. Zelfs voor onder beheer gestelde en Joodse bedrijven blijkt het beeld niet zwart-wit te zijn.
Bijdragen in de bundel:
Henk van Mierlo – Laveren tussen Scylla en Charybdis. Ondernemen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de bestraffing van economische collaboratie daarna
Frank de Jong – Waarom de Tilburgse wollenstoffenindustrie uniformen en dekens produceerde voor het naziregime
Henk van Mierlo – “Beter hier een sigaar voor Duitsland maken dan daar in een wapenfabriek werken …” Ondernemerschap, accommodatie en collaboratie in de sigarenindustrie
Frans Voermans – Samenwerking tegen wil en dank? Ondernemersgedrag in Noord-Brabantse leden- en schoenfabrieken (1940-1944)
Henk van Mierlo – Gedane zaken nemen geen keer. Economische overlevingsstrategieën in vijf Noord-Brabantse sigarenfabrieken in oorlogstijd
Ton Kox – ‘Gedwongen arisering’ en de strijd om rechtsherstel. De casus van de Zuid-Nederlandse Handelmaatschappij v/h A. van Dam in Aarle-Rixtel
Paul M.M. Klep – De Bredase IJzergieterij De Etna onder Duits beheer (1941-1944)
Peter van de Steenoven – Geld stinkt niet. Hero Breda tijdens de Tweede Wereldoorlog
Het boek is verkrijgbaar bij Amsterdam University Press.
De auteurs over het boek:
Kunt u iets vertellen over de onderzoekers die meewerken aan deze bundel?
Alle zes de onderzoekers hebben hun sporen verdiend in onderzoek op het gebied van de sociaaleconomische geschiedenis van Noord-Brabant. Zij publiceerden eerder over ondernemingen en economische sectoren.
Waar gaat de bundel over?
We constateerden een lacune als het gaat om de keuzes en de handelwijze van ondernemingen in Noord-Brabant tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit leidde tot een gezamenlijk project om te komen tot een antwoord op de vraag of hoe het nou eigenlijk zit met de ‘economische collaboratie’ waarvan zoveel bedrijven in de verschillende Noord-Brabantse industriesteden beticht worden. In Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven en in andere plaatsen: overal doen de verhalen de ronde over bedrijven en fabrikanten die geprofiteerd zouden hebben van Duitse orders.
Een team van onderzoekers ging aan de slag en nam ofwel één of meer bedrijven onder de loep, een hele bedrijfstak, een specifieke fabrikant of een ondernemersfamilie. Afhankelijk van vraagstelling en beschikbare bronnen werd al snel duidelijk dat samenwerking met de bezitter vele gezichten en achtergronden had: die vond vrijwillig plaats, als er grote orders met goede winsten in het verschiet lagen (vooral in de eerste oorlogsjaren); gedwongen, bijvoorbeeld omdat gedreigd werd dat bij niet meewerken bedrijven werden afgesloten van de aanvoer van grondstoffen voor productie voor de Nederlandse markt of wanneer er in Joodse en niet-Joodse bedrijven een Verwalter werd aangesteld; om ideologische of pragmatische redenen; omdat zwarte handel lucratief was; om werknemers uit de Arbeitseinsatz te houden, noem maar op.
Kunt u iets vertellen over waar onderzoekers tegenaan lopen bij het onderzoek voor deze bundel?
Het is ons duidelijk geworden dat het onderwerp vraagt om uitvoerige nuancering en contextualisering. Hiervoor is het hier gehanteerde bottom-up-perspectief noodzakelijk, dat wil zeggen de studie van individuele ondernemingen en ondernemers. Deze studie brengt zowel de overeenkomsten als verschillen tussen bedrijven en sectoren helder aan het licht.
Wat zijn verrassende ontdekkingen?
Het belang in het economische proces van persoonlijke relaties en netwerken.
Het afwisselend samenwerken en elkaar tegenwerken van instanties van de bezetter en van ondernemers.
De opmerkelijke positieve rol die Verwalter (beheerders) speelden: – zorgden voor efficiency-slag (mechanisering; concentratie; innovatie); – introduceerden sociale maatregelen: ziekte-, invaliditeit- en pensioenregelingen; – rol verschilde per sector en bedrijf. In Joodse bedrijven gericht op arisering en liquidatie.
Veelal werd het gedrag van ondernemers ingegeven door overlevingsdrang en opportunisme, na de oorlog vaak vergoelijkt.
Betekenis naoorlogse zuivering: kwam voor Noord-Brabantse bedrijven en ondernemers zo laat dat veroordelingen vaak uitbleven. Was halfslachtig.