Tuin- en landschapsarchitecte Janka Borgo is de winnares van de Scriptieprijs Brabantse Geschiedenis 2022, die ZHC samen het Erfgoed Brabant en de Historische Vereniging Brabant uitreikt. Met de prijswinnende scriptie slaagde Borgo eerder voor de master Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze deed er onderzoek voor naar de uitgifte en verkoop van de “gemeynt” rondom haar woonplaats Erp tussen 1300 en 1832. Juryvoorzitter professor Arnoud-Jan Bijsterveld reikte de prijs op zaterdag 10 september uit in het Paleis-Raadhuis in Tilburg.

De hertog van Brabant gaf de inwoners van Erp in 1300 het recht om de woeste gronden rondom hun dorp te gebruiken. Het dorpsbestuur voerde het beheer over deze “gemeynt”. Zulke gemene gronden waren vroeger heel belangrijk voor een boerendorp als Erp. Het vee graasde er en mensen haalden er bijvoorbeeld brandhout en bouwmateriaal vandaan. Soms werden stukken grond verkocht en in gebruik genomen voor akkerbouw. Borgo volgt die verkopen in haar scriptie en brengt zo in kaart hoe het dorp Erp en het landschap eromheen zich door de eeuwen heen ontwikkelden. Het levert een intrigerend verhaal op over duurzaam, gezamenlijk gebruik van de open ruimte, gemeenschapszin en conflicten met naburige dorpen. De jury noemt Borgos afstudeerwerk ‘een briljante scriptie’ over hoe mensen omgaan met het omringende landschap. Daarbij benadrukt de jury hoe de thematiek van de scriptie aansluit bij actuele thema’s als commons, landgebruik, herwaardering van het landschap.

Naast Borgo dongen ook Markus Breugelmans en Thomas Dekkers mee naar de prestigieuze prijs. De jury sprak lovende woorden over alle drie de genomineerde scripties. ‘Het was een kwestie van 1 millimeter’, aldus de juryvoorzitter.

Breugelmans studeerde geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij deed onderzoek naar de opstand van 1477 in Antwerpen en Tienen. Terwijl het hertogdom Brabant zich in onzekere en chaotische tijden bevond, kwamen burgers in verzet tegen corruptie en machtsmisbruik van hun stadsbestuurders. Breugelmans vertelt hun verhaal. Hij maakt duidelijk dat het om gecontroleerde, goed georganiseerde acties ging. Ook beschrijft hij hoe de opstandelingen hun optreden rechtvaardigden met een beroep op het “algemeen goed”.

Dekkers studeerde aan de master in Kunstwetenschappen en archeologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Op zoek naar een afstudeeronderwerp ontdekte hij per toeval met een drone een grote cirkel in de Kasteelbeemd, een weiland aan de kleine Aa bij Essen. Het leidde tot een onderzoek waarin analyses van de bodem en studie van historische bronnen samen uitwezen dat er ooit een motteburcht – een omheinde, houten versterking – stond. Dekkers bewees zo dat er in de middeleeuwen bij Essen echt een ‘kasteel’ heeft gestaan om de macht van de adellijke eigenaar te tonen.