Het complete boek kunt u hier lezen:

PDF

585 pagina’s, dissertatie Deze uitgave is niet meer te bestellen

Na studies over het socialisme in Breda, Tilburg en Den Bosch, eerder in deze serie gepubliceerd, is de verhouding tussen katholicisme en het socialisme in Eindhoven voorwerp van onderzoek en analyse. Eindhoven telt in 1885 slechts 4500 inwoners onder wie één socialist. In 1894 is in Zwolle de Sociaal Democratische Arbeiderspartij opgericht. Tot de oprichters daar behoort de in Eindhoven geboren Henri Hubert van Kol, die waarschijnlijk als financieel promotor optreedt. De Groninger socialist Hendrik Spiekman, in dat jaar als propagandist in Noord-Brabant benoemd, reist stad en land af en maakt kennis met en centrale figuur in Eindhoven: Hendrik Rooijmans, houtbewerker. Deze heeft zich intussen van de katholieke reactie op Spiekmans agressieve activiteiten, de in 1895 opgerichte R.K. Volksbond, afgesplitst in de Christelijke Werkliedenvereeniging De Eendracht.

Rooijmans vindt medestanders in Matheus van de Ven, onderwijzer, Louis en Eduard Redelé en Jan Jansen. Hun orgaan De Eendracht bepleit consequent en met verve een samengaan van christendom en socialisme. Dat christen-socialisme baseert zich op het christendom, wijst materialisme en klassenstrijd af, is idealistisch gericht en streeft lotsverbetering na voor en door het volk. Het is vergelijkbaar met zijn protestantse tegenhanger rond De Blijde Wereld uit 1902. Van meet af aan is dit initiatief zowel fel gedwarsboomd door de geestelijkheid met excommunicatie, weigering van sacramenten en kerkelijke begrafenis, al zijn er elders enkele sympatiserende priesters, als met scepsis ontvangen door orthodoxe SDAP, die immers het conflictmodel verkiest. De groep behaalt aanvankelijk kleine successen, zoals een eigen broodbakkerij (met steun van Gerard en Anton Philips), de bouw van enkele woningen, een verenigingsgebouw, een harmonie, bibliotheek en een wandel- en fietsclub.

De SDAP-afdeling Eindhoven, opgericht in 1904, kiest Eduard Redelé nog tot voorzitter en Jan Jansen tot secretaris. Maar hun positie wordt bedreigd door nieuwkomers, die zich in het sterk industrialiserende Eindhoven vestigen. Ook De Eendracht moet plaatsmaken voor het socialistische De Strijd in Brabant. Door een verloren staking bij Philips lijken de idealisten van het eerste uur het heft opnieuw in handen te krijgen. Maar hun harmoniemodel vindt ook dan nog geen genade bij geetelijkheid en de eigen SDAP.

In 1919 verovert de SDAP in Eindhoven en enkele dorpen in de naaste omgeving raadszetels. In Groot-Eindhoven in 1920 bezit zij drie van de 29 zetels; in 1931 acht (18,9%), maar vóór de oorlog krijgt zij geen wethouders. De R.K. Staatspartij blijft dominant. Pas in 1946 komt de PvdA in plaats van de SDAP. Bisschoppen verbieden lidmaatschap in dat jaar niet. Jan Jansen, katholiek gebleven, hoewel geëxcommuniceerd, viert zijn gouden bruiloft met een Mis en wordt tien jaar later kerkelijk begraven. Uiteindelijk is er de doorbraak, waarvoor de christen-socialisten bijna een halve eeuw gestreden hebben.