Het complete boek kunt u hier lezen:

PDF

292 pagina’s Deze uitgave is niet meer te bestellen

De rol van Van Spaendonck, gepromoveerd jurist, als spil en bemiddelaar tussen bedrijven, bedrijven en overheid, ziet de auteur vooral gestalte krijgen door diens persoonlijk engagement. Barend van Spaendonck fungeert meer dan veertig jaar als secretaris van tientallen bedrijfsverenigingen en stichtingen: in 1919 al van de R.K. Werkgeversvereeniging in het diocees ‘s-Hertogenbosch. Zijn secretariaat van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Tilburg vestigt die spilfunctie voorgoed. In Tilburg en Brabant liggen zijn wortels, maar zijn activiteiten bewegen zich later ook op landelijk en Westeuropees terrein. Hij bouwt schijnbaar ontspannen en moeiteloos een indrukwekkend netwerk op van secretariaten, later ondergebracht in het Bureau Van Spaendonck. Hoewel uiterst verschillend, hebben ze één essentiële overeenkomst: ze worden betaald.

Linssen plaatst zijn hoofdfiguur te midden van zijn gezin, de politieke en economische omstandigheden tijdens het Interbellum, de Tweede Wereldoorlog en de jaren van Wederopbouw met een bijzonder oog voor de depressie in de jaren twintig en dertig, de moeizame verhoudingen tussen de katholieke kerk en de sociale partners en de positie van de juist in Brabant zich sterk ontwikkelende vakbonden. Toch schildert hij vooral de mens Van Spaendonck, die zich als secretaris op de eerste plaats organisator acht in opdracht van menigvuldige besturen, met een perfecte kennis van de organisatie-psychologie van stichtingen en verenigingen en een benijdenswaardig gevoel voor allerlei situaties.

Van Spaendonck beschouwt zich als de coördinator van allerlei beleidselementen en de ambtelijke uitvoerder van bestuurdbesluiten. Hij opereert sterk improvisereend, niet ingetogen, met veel mandaat, voortdurend de schijn van beschieden volgzaamheid bwarend, terwijl in de praktijk niemand om hem heen kan. Van Spaendonck zoekt zijn heil in een liberale tolerantie: alleen ingrijpen als het fout gaat en houdt vast aan een katholiek conservatisme, dat hoge belastingen een beletsel vindt voor christelijke caritas.

Hij verricht zijn werk met bonhommie, flair, gevoel voor theater, aanstekelijke jovialiteit en met de allure van de handige bemiddelaar. Na de Tweede Wereldoorlog brengt die laatste eigenschap hem in moeilijkheden. Beschuldigd van al te grote inschikkelijkheid in zijn rol bij het Rijksbureau voor Wol en Lompen, krijgt hij uiteindelijk toch de gewenste ‘verklaring van zuiverheid’. Zijn soms te toegeeflijke houding jegens de bezetter blijkt geen reden hem het oordeel te onthouden, dat hij zich in moeilijke omstandigheden een goed vaderlander heeft betoond.

De hardwerkende Van Spaendonck relativeert voortdurend, beweegt zich als een spin in een wijdvertakt web zonder erin te blijven hangen. Dankzij zijn persoonlijke uitstraling, zijn kennis van veel traditionele bedrijfstakken in Brabant: de textiel, de schoennijverheid en de baksteenindustrie en zijn talrijke relaties tot in de hoogste kringen, blijft hij met vrijwel iedereen ‘on speaking terms’. Een bemiddelaar dus bij uitstek.