Tijdens de Duitse bezetting werd het grootseminarie bij Haaren, tussen Tilburg en ’s-Hertogenbosch, als gijzelaarskamp en ‘Polizeigefängnis’ gebruikt. Er zaten onder anderen verzetsstrijders, agenten van het beruchte Englandspiel en joodse burgers.
Onder de gijzelaars waren de latere premier Jan de Quay en industrieel Frits Philips. De gijzelaars hingen represailles boven het hoofd, de gevangenen waren in bange afwachting van hun verhoor, proces, vonnis en wegvoering. Van verschillende gedetineerden zijn de verhalen bekend, maar het ‘grote verhaal’ wordt nu voor het eerst gepresenteerd. Haaren was een kamp van levensgrote tegenstellingen: terwijl gijzelaars in de zon zaten, stapten joodse gevangenen in vrachtwagens die naar Westerbork reden. Van de drieduizend gevangenen zijn meer dan zeshonderd in een concentratiekamp omgekomen. Dit boek laat zien dat het gebouw als ‘plaats van herinnering’ – het is grotendeels nog in oorspronkelijke staat – een duidelijke plaats verdient op de historische kaart van Nederland.