Wanneer je oudere mensen vraagt naar de jeugdboeken die hen zijn bijgebleven, dan is de kans groot dat ze Arendsoog noemen, Pim Pandoer of – zeker als ze katholiek zijn opgevoed – Puk en Muk. Jongere generaties kennen Arendsoog vaak ook nog, maar zijn toch meer bekend met de Griezelbus-verhalen van Paul van Loon, de Maan-Roos-Vis-boekjes of de tijdschriften Okki en Taptoe. Al deze titels werden of worden op de markt gebracht door de Tilburgse uitgeverij Zwijsen of het Bossche Malmberg. Beide uitgeverijen bestaan al meer dan 125 jaar. Ze begonnen als specifiek katholieke uitgeverijen, maar ontwikkelden zich gaandeweg tot toonaangevende uitgeverijen voor de hele Nederlandse jeugdboekenmarkt.
In deze uitgave blikt auteur Karen Ghonem-Woets terug op de titels die in de loop der jaren bij Zwijsen en Malmberg verschenen. Zij onderzoekt vragen als: Wat voor relatie is er tussen hun school- en hun jeugdboeken en hoe kwam in de jaren ’20 en ’30 – de tijd van het Rijke Roomsche Leven – het katholieke karakter tot uitdrukking in de samenstelling van de fondsen van beide uitgeverijen. Welke strategieën hanteerden zij om de ontzuiling zo glansrijk te doorstaan, terwijl vrijwel alle andere van oorsprong katholieke uitgeverijen langzaamaan van het speelveld verdwenen?