uitverkocht

Al vaker is de vraag gesteld waarom Geldrop vanuit een uitgangspositie in de achttiende eeuw die vergelijkbaar was met die van omliggende plaatsen als Eindhoven en Helmond, in tegenstelling tot die plaatsen in de negentiende niet is uitgegroeid tot een industriestad. Dit boek biedt een nauwgezette analyse van alle economische en demografische factoren die deze ontwikkeling wellicht hebben bepaald. Daartoe wordt eerst een volledig beeld geschetst van de situatie aan het einde van de achttiende eeuw, zoals de aanwezigheid van lakennijverheid en de samenstelling van de bevolking en de bestuurlijke elite. Met gebruikmaking van alle voorhanden zijnde ‘protostatistische’ en bevolkingsgegevens worden vervolgens de negentiende- en vroeg-twintigste-eeuwse ontwikkelingen van beroepsbevolking, sociale gelaagdheid, migratie, nataliteit (geboorten), nuptialiteit (huwelijken) en mortaliteit (sterfte) tot in detail ontleed. Deze ontwikkelingen worden steeds in verband gebracht met de veranderingen in de economische bedrijvigheid (textielnijverheid, landbouw, ambachten, handel en dienstensector) en vice versa. Geldrop wordt hierbij steeds vergeleken met de aangrenzende dorpen en met steden in de verdere omgeving, zoals Helmond, Eindhoven, Boxtel en Tilburg.

Deze unieke studie geeft een helder inzicht in de complexiteit van de samenhang tussen demografische en economische factoren. Het boek is door de focus op Geldrop een belangrijke aanwinst voor de regionale en provinciale geschiedenis, zonder daarbij aan landelijk belang in te boeten.