In haar ouderlijk huis vond Truus Stevens een doos vol brieven uit de periode 1928-1937, kort voor en tijdens de grote, wereldwijde economische crisis die begon na de Beurskrach in New York in 1929. De meeste waren gericht aan haar vader, Nol Stevens, en geschreven door zijn vrienden, zijn ouders, broer, zus en verdere familieleden. Daarnaast bevatte de doos een deel van de briefwisseling tussen Truus’ vader Nol en haar moeder Lien, toen nog zijn meisje en later verloofde.

Tezamen vormen de brieven een interessant tijdsdocument. Ze geven een beeld van hoe de crisis het leven van ‘gewone’ mensen beïnvloedde en hoe zij zich daaronder voelden. We kunnen als het ware over de schouders van de briefschrijvers meekijken naar hoe hun dagelijks bestaan er toen uitzag, wat ze zoal deden, hoe ze met elkaar omgingen, waarover ze dachten en wat ze belangrijk vonden. De brieven bieden een levendige kijk van binnenuit in de werelden van kleine middenstanders, kantoorpersoneel, studenten, dienstplichtige militairen, verloofden, Indië-gangers, tuberculose-patiënten en werklozen van die tijd.

Dit boek bevat naast een selectie uit de brieven een beknopte schets van het maatschappelijk en economisch kader waarbinnen ze geschreven zijn. Vooraf gaat een ‘Ten geleide’ van de hand van prof.dr. Arnoud-Jan Bijsterveld, waarin hij het belang van egodocumenten als brieven voor de geschiedschrijving uiteen zet.

Prijs: € 29,50 exclusief portokosten € 6,50 (binnen Nederland) en € 9,80 (buiten Nederland)

Wilt u dit boek bestellen? Stuur een mail naar secretariaat ZHC: stichtingzhc@xs4all.nl