Noord-Brabant op weg naar groei en welvaart 1850-1920.

122 pagina’s Deze uitgave is niet meer te bestellen

De auteur beschrijft in een voornamelijk inventariserende studie de economische situatie van de provincie tussen 1850 en 1920. Hij schetst het beeld van een buitengewoon armelijk gewest, dat heel langzaam op weg is naar meer welvaart en groei. Bij de schildering van de trieste dieptepunten voor werkgelegenheid, huisvesting, verkeer en onderwijs, op het einde van de negentiende eeuw, valt overal in de provincie de ter hand genomen industrialisering op. Het is echter nog heel lang een industrialisering die wortelt n de aloude huisnijverheid met alle primitieve aspecten van dien.

Langzaam rijpt het inzicht dat de traditionele landbouw, met zijn voortwoekerende versnippering van de grond, onvoldoende kredietverschaffing en bemesting, niet meer de bestaanspijler van een snel groeiende bevolking kan zijn. De overal opkomende kleine bedrijfjes bieden het voordel, dat de bevolking dicht bij eigen huis en haard werk kan vinden. Die omschakeling vindt zowel op het platteland als in de steden plaats, maar heel verschillend naar effecten en naar tempo. De verkeerssituatie en de verbindingen te water hebben daarop invloed, maar voor wat de steden betreft ook bijvoorbeeld de aanwezige omwalling van historische plaatsen en de opvattingen van de aanwezige magistraat.

Wanneer deze factoren verbeteren, zien we ook een andere mentaliteit ontstaan. Boeren sluiten zich aaneen om hun afhankelijkheid van opkopers af te schudden. Als gigant onder de nieuwe industrieën geldt uiteraard de N.V. Philips gloeilampenfabriek in Eindhoven, die in 1910 werkgelegenheid biedt aan 1750 mensen en in 1920 al aan 6000. De auteur noemt de komst van allerlei kleine industrieën indrukwekkend, hoewel hij zich ervan bewust is, dat de eigenlijke ontwikkeling van de nijverheid in Brabant feitelijk pas na de Tweede Wereldoorlog plaatsvindt. Dan gebeurt die snelle en algehele transformatie van een provincie, waarin industrie en dienstensector de boventoon voeren en die het aanzien van Brabant essentieel veranderen.