Streven naar sociale verheffing in een statische stad; een kwart eeuw arbeid van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen.

174 pagina’s Deze uitgave is niet meer te bestellen.

In Bergen op Zoom zijn de meeste leden van het in 1791 opgerichte departement van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen patriot, een soort maatschappelijke avant-garde en ook voorstanders van een sociaal economische welvaartspolitiek. De bataafse Republiek wordt in 1795 op democratische gronden gesticht als opvolgster van de oligargische Republiek.

Driekwart van de vroede vaderen dan is lid van het departement. Er waait een nieuwe wind door het verstarde Bergen op Zoom. Het departement, gedecentraliseerd onderdeel van de in 1784 te Edam gestichte Maatschappij is een idealistische instelling, bewogen door “een teeder mededelijden met den staat des gemeenen mans”. De Maatschappij maakt zich verdienstelijk door prijsvragen, brochures, lezingen, schoolboekn, handleidingen voor onderwijzers, gepopulariseerde wetenschappelijke geschriften, bibliotheken en modelscholen voor kinderen uit de volksklasse.

Armen door onderwijs en opvoeding verheffen komt nu pas in de plaats van filantropische caritas, die armoede bij voorbaat als een individueel noodlot aanvaardt en erin berust. Het departement in Bergen op Zoom is het eerste in Staatsbrabant, ook daar vrucht van een diepgaande mentaliteitsverandering.

Die achttiende-eeuwse pedagogie richt zich o.a. op disciplinering door nuttige arbeid en naarstig gedrag. De Maatschappij en het Bergense departement staan sterk onder invloed van Verlightingsideeën, een tolerante opvatting over godsdienst met een pleidooi voor een redelijk christendom boven dogmatische verschillen.

De ‘Nutschool’ trekt 140, meestal, katholieke kinderen: liever neutraal dan gereformeerd protestants onderricht. In 1798 zijn er 112 Nutsleden op een bevolking van 4700.

De veelzijdige Bernardus Bosch, emeritus predikant, is de eerste voorzitter. Het departement geeft boekjes uit ter bevordering van het lezen, neemt een kwijnend instituut der Teeken- Doorzigt- en Bouwkunde over, richt een ‘Physisch gezelschap’ op, helpt mee aan het stichten van een begraafplaats buiten de stad, sticht een leer- en spinschool met ruim honderd leerlingen en moedigt de plaatselijke nijverheid aan. Niet alle initiatieven leiden, ondanks de sympathie van het gemeentebestuur, overigens to succes.