F.E.M. Vercauteren. De aanleg van de straatweg ‘s-Hertogenbosch-Best als deel van de verbinding met Luik 1740-1745

188 pagina’s, dissertatie Deze uitgave is niet meer te bestellen

De methode die de Franse ingenieurs in de achttiende eeuw voor wegenbouw praktiseren, is overal nagevolgd: rechte stukken weg, verhard met kasseien en grint, gegraven sloten aan weerszijden voor de afwatering en omzoomd met bomen. De infanterie gebruikt de weg; de cavalerie de bermen. De toename van het reizigers- en handelsverkeer in de zeventiende en achttiende eeuw nopen tot verharding van de middeleeuwse aarden banen. Dat gebeurt in veel landen in West-Europa, maar de Republiek Der Verenigde Nederlanden toont zich terughouden. Er zijn immers waterwegen voor het vervoer, tot verbazing overigens van buitenlanders. Bovendien is de bodemgesteldheid moerassig en zijn verharde wegen gemakkelijker toegankelijk voor vijandige legers.

Staats-Brabant beschikt echter nauwelijks over bevaarbare rivieren. ‘s-Hertogenbosch en Breda liggen min of meer, komend uit Holland, aan het einde ervan en naar het Zuiden toe aan het begin van die kronkelige aarden banen. Tussen Den Bosch en Luik bestaat een levendig handelsverkeer. Lang hebben historici gedacht, dat de Maas een belangrijke transportader is geweest. De geringen bevaarbaarheid en hoge tolheffingen weerspreken deze opvatting. De echte handelswegen lopen via Luik door de Oostenrijkse Nederlanden naar Atwerpen. Een handelsconflict tussen Luik en die Oostenrijkse Nederlanden doet aan beide zijden de ambitie voor een steenweg groeien. Uiteindelijk besluit de Raad van State in 1741 tot definitieve uitvoering van de weg ‘s-Hertogenbosch-grens prinsbisdom Luik. Ook aan de Luikse kant wordt een begin gemaakt. Het werk vordert traag, komt zelfs stil te leggen, wordt hervat en komt eigenlijk pas in 1818 tot voltooiïng.