De aanleg van de straatweg Best-Lommel als deel van de verbinding ‘s-Hertogenbosch-Luik, 1745-1818

122 pagina’s Deze uitgave is niet meer te bestellen

Deze studie is een vervolg op het proefschrift van de auteur, deel 4 van deze serie. De aanleg van een verbindingsweg van het distributiecentrum Luik met het Zuiden van de Verenigde Nederlanden is in 1740 ter hand genomen.

Algemeen beschouwen tijdgenoten die weg als een tegenhanger van de beroemde verbinding Oostende-Luik-Aken, die de Oostenrijkse Nederlanden bij uitstek zien als een middel de transito-handel tussen de Zuidelijke Nederlanden en het Duitse achterland te bevorderen. In dat licht is de eventuele aanleg van de weg ‘s-Hertogenbosch-Luik een bedreiging voor die politiek. Tal van politieke en economische problemen staan een voortvarende realisering van de nieuwe verbinding voorlopig in de weg.

De voor de handliggende verbinding via de Maas is onmogelijk door de lage waterstanden, vooral in de zomer, en de hoge tolheffingen. Er lopen wel wegen, maar die zijn kronkelig, vaak onverhard en vooral onveilig door bandieten en rondtrekkende soldaten. Ook tegengestelde belangen van Breda en ‘s-Hertogenbosch belemmeren een vlotte aanleg.

Uiteindelijk besluit de Bossche magistraat maar tot de aanleg van een weg via Boxtel en Eindhoven. De weg komt door allerlei finaciële perikelen niet verder dan Best. Ook vanuit Luik volgt de aanleg van stukjes weg, maar niet verder dan tot Lommel, dus tot de grens van de Verenigde Provincies. Zelfs Hollandse steun brengt de verbinding niet tot stand. Pas in 1789 komt het traject Best-Lommel gereed. In 1818 wordt onder Koning Willem I de weg Luik-‘s-Hertogenbosch definitief voltooid.